Vrienden van het Diemerbos

Zienswijze op "Notitie Reikwijdte op Detailniveau"

OVER WIEKEN EN WEIDEN 2

Op weg naar wind

Inleiding

De gemeente Diemen bereidt zich voor op haar bijdrage aan de energiestrategie voor de komende decennia.  Dit past in het beleid van het rijk om gemeenten het initiatief te geven bij de uitvoering van het landelijk klimaatakkoord, dat op zich weer een uitwerking is van de klimaatdoelen zoals deze in 2015 zijn afgesproken in de Parijs-akkoorden. De gemeente Diemen heeft in verband met de  beleidsvoorbereiding een traject ingezet waarbij bewoners en belanghebbenden uitgebreid in de gelegenheid worden gesteld om hun visie op het voorgestelde beleid te geven. In deze zienswijze levert de Stichting Vrienden van het Diemerbos haar bijdrage.

In de eerste fase heeft de gemeente gebieden geïnventariseerd, waar zon- en windenergie gewonnen kunnen worden. Dit was in het kader van de Regionale Energiestrategie I (RES I.0). De resultaten van deze fase zijn verwerkt in de door de raad vastgestelde Omgevingsvisie Diemen 2040.

De stichting Vrienden van het Diemerbos heeft in het kader van de RES I.0 een notitie / zienswijze aan de gemeente gestuurd (zie: Over Wieken en Weiden - Vrienden van het Diemer Bos) , waarin werd ingegaan op de randvoorwaarden, die naar de mening van de stichting aan het opstellen van wind en zon gesteld zouden moeten worden. Die randvoorwaarden zijn:

• geen hinder voor omwonenden en recreanten
• ecologische inpasbaarheid (vogels, reptielen, zoogdieren, natuurwaarden)
• aansluiting op bestaande infrastructuur in verband met meervoudig ruimtegebruik
• opbrengsten komen ten goede aan bewoners en gebied
• opbrengsten komen niet ten gunste van energieslurpende bedrijven als datacentra

De drie eerstgenoemde randvoorwaarden zijn met name relevant om in de m.e.r. aan de orde te worden gesteld.

De gemeente Diemen is nu begonnen aan de uitwerking van hetgeen in de Omgevingsvisie op het punt van het opstellen van windvermogen is opgenomen. (In de Nota Reikwijdte en Detailniveau - NRD - wordt gesproken over een addendum op de Omgevingsvisie. Ons inziens is 'Uitwerkingsnotitie' een betere omschrijving.) Het aantal potentiële locaties voor windenergie is teruggebracht tot vijf. Een op te stellen MER zal informatie op moeten leveren over de milieugevolgen van het plaatsen van windmolens op die locaties.

Evenals in het eerdere RES I.0 traject heeft het bestuur van de gemeente Diemen nadrukkelijk belanghebbenden uitgenodigd om een bijdrage te leveren aan het MER. De Vrienden van het Diemerbos gaan graag in op deze uitnodiging. Bij het opstellen van onze zienswijze gaan wij uit van het gestelde in de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD).  De notitie, waarvoor wij veel waardering hebben geven ons aanleiding tot de volgende opmerkingen.

Positieve milieueffecten.

Een MER moet inzicht bieden in alle milieueffecten van de realisering van het voornemen. In de NRD staan derhalve de categorieën opgesomd waaraan het voornemen wordt getoetst. Doorgaans zijn de negatieve effecten van het voornemen op het milieu in beeld. Bij het opstellen van windvermogen zijn er echter ook positieve milieueffecten aan de orde. Het doel van het op te stellen windvermogen is immers een bijdrage te leveren aan de energietransitie, die vermindering van CO2 uitstoot beoogt. Daarnaast leidt windenergie tot een vermindering van de uistoot van stikstof als gevolg van de verbrandingsprocessen in energiecentrales, die werken op fossiele brandstoffen (winning, transport, verbranding). Wij zijn van mening dat ook dergelijke voor het milieu positieve effecten in een m.e.r. aan de orde dienen te komen.

Het totale proces

Bij het in beeld brengen van de milieueffecten van realiseren van het voornemen om een aantal windmolens tot stand te brengen gaat het niet alleen om de effecten van de windmolen zelf, maar ook om de milieueffecten van de ontwikkeling en de bouw. Grondwerkzaamheden, leidingstroken, bereikbaarheid voor onderhoud horen ons inziens tot de te onderzoeken aspecten. De stikstofdepositie maakt daar onderdeel van uit.

Varianten.

Om een goed beeld te krijgen van de milieueffecten is overzichtelijkheid een belangrijke randvoorwaarde.

In de NRD wordt gewezen op de referentievariant. Dit is de variant die de milieusituatie onderzoekt als het voornemen niet wordt gerealiseerd. Deze variant wordt ook wel de 0-variant genoemd. Wij gaan er vanuit dat ook de meest milieuvriendelijke variant in beeld wordt gebracht. In deze variant worden de beste technische middelen ingezet om de negatieve milieueffecten terug te dringen. Deze beste technische middelen dienen ook beschreven te worden.

Geluid

Als een veel genoemd negatief milieueffect van windmolens wordt genoemd de geluidhinder, die de rotorbladen maken. Geluidoverlast is dan ook in de NRD een belangrijk toetspunt. Terecht wordt in de notitie aangegeven dat bij de beoordeling van de geluidhinder ook de cumulatie van geluid in beeld gaat worden gebracht.

De windmolens worden gerealiseerd onder de landingsroute van de Buitenveldertbaan van Schiphol. Nu wordt geluidhinder van luchtverkeer niet uitgedrukt in decibellen maar in Lden. Bij Lden (en Lnight voor het nachtelijk vlieglawaai) gaat het om gemiddelde geluidbelasting. Bij de berekeningen van de cumulatie van geluidoverlast, waar het geluid van windmolens onderdeel van is, verwachten wij dat het aantal door de verschillende objecten geproduceerde decibellen bij de cumulatieberekeningen worden betrokken.

Trekvogels

Binnen de kring van de Vrienden van het Diemerbos bestaat als het gaat om het realiseren van windmolens grote ongerustheid over de gevolgen daarvan voor de routes van trekvogels en over de gevolgen voor vleermuizen. In de NRD wordt dit aspect niet met name genoemd. Wij verwachten dat dit milieuaspect zwaar zal wegen bij de beoordeling van de uiteindelijke plannen voor windmolens. Wij stellen het daarom op prijs als dit onderwerp nadrukkelijk aandacht krijgt in het MER.

Bestuur Stichting Vrienden van het Diemerbos