Vrienden van het Diemerbos
ZIENSWIJZE OP
PROGRAMMA WINDENERGIE AMSTERDAM 2030
Inleiding
Graag maken de Vrienden van het Diemerbos gebruik van de gelegenheid om hun visie te geven op de voorstellen die de gemeente Amsterdam heeft voor het opzetten van windmolens. De ambitie van de gemeente vertaalt zich voor een belangrijk deel in het voornemen om in het gebied van de Diemerscheg en de verbindingszone naar de Amstelscheg het opstellen van een aantal windmolens mogelijk te maken. Wij constateren dat dit voornemen in samenhang met de uitspraken van de raad van de gemeente Diemen leidt tot een stevig windmolenpark van ongeveer tien windmolens. En dit in een gebied, waarbij de lokale overheden de ambitie hebben om de natuurwaarden en de biodiversiteit te verbeteren.
In deze zienswijze gaan wij eerst in op het klimaatprobleem als publiek belang. Vervolgens gaan wij in op de complexiteit van het vraagstuk zowel in inhoudelijk opzicht als wat betreft de verhouding tussen private en publieke belangenbehartiging. Tot slot gaan wij meer specifiek in op de betekenis van de voornemens voor het gebied, waarvoor wij ons inzetten om samen met de betrokken overheden en Staatsbosbeheer de natuurwaarden en de biodiversiteit te versterken
Klimaatprobleem grootste probleem voor de toekomst
De Vrienden van het Diemerbos delen de visie van het college dat het klimaatprobleem en de biodiversiteitscrisis tot de grootste problemen behoren, waar de huidige generatie oplossingen voor moet vinden. Het zijn wereldproblemen, waar ook op lokale schaal aan gewerkt moet worden. De taakstelling voor het klimaatprobleem is op wereldschaal indertijd in Parijs vastgesteld en door de Nederlandse overheid voor landelijk beleid bevestigd. Amsterdam neemt de taak op zich om daar op lokaal niveau vertaling aan te geven. Onder meer door gebieden voor te stellen, waar windvermogen opgesteld kan worden. Daarnaast voert Amsterdam ook ander beleid uit om bij te dragen aan het beperken van de klimaatgassen, die verantwoordelijk zijn voor de opwarming. Wij waarderen de brede aanpak van de gemeente Amsterdam.
De aanpak van het klimaatprobleem kenmerkt zich door haar complexiteit.
In de eerste plaats is de aanpak van het klimaatprobleem een complex samenspel van rijk, provincie en gemeenten. Hier tussendoor spelen ook nog belangen van private organisaties. Publiek belang en privaatbelang liggen niet altijd in elkaars verlengde. Private partijen kunnen belang hebben bij het kunnen uitstoten van klimaatgassen (staalindustrie, landbouw en veeteelt, de luchtvaart) maar kunnen juist ook belang hebben om de uitstoot te verminderen (CO2-opslag, energie productie van windmolens en zonnepanelen, stadsverwarming)
De complexiteit in beleidsterreinen laat zich vooral zien in de strijdige belangen van economische ontwikkeling, natuurontwikkeling en biodiversiteit, welvaart en welzijn. Uitgaande van de ingrijpende gevolgen van klimaatopwarming voor al deze beleidsterreinen verwachten wij dat vanuit de genoemde beleidsterreinen wordt bijgedragen de aan oplossingen.
In de taakverdeling tussen rijk, provincie en gemeenten mogen de gemeenten zich vooral bezighouden met locaties voor zon en wind en daar krijg je de handen van de betrokken bewoners niet gemakkelijk voor op elkaar. Veel impact op gezondheid en belevingswaarden wordt gevreesd. Wij verwachten dat veel zienswijzen hier zeer doorwrochte informatie over zullen geven.
Voor de gemeente Amsterdam zal overtuigingskracht nodig zijn om de weerstand tegen het opstellen van nieuw windvermogen weg te kunnen nemen.
Voor bewoners zijn wind (en ook zon) niet de eerste opties voor de aanpak van het klimaatprobleem. Er zijn meer voor de hand liggende opties. Deze zijn vooral te vinden in de sfeer van de energie-efficiency.
· Prijsprikkels moeten verleiden tot minder energiegebruik
· Isolatie van woningen dringt de energiebehoefte terug (waarbij overigen niet vergeten mag worden, dat isolatie van woningen op zijn beurt weer de hittebestendigheid aantast)
· Door compact te bouwen worden ruimtegebruik en vervoerbehoeften teruggedrongen en daarmee de energiebehoefte
· Besparing van energie is ook mogelijk door een vervoertransitie. Door te investeren in openbaar vervoer vermindert de behoefte aan particulier vervoer.
Terugdringen van de uitstoot van industriële klimaatgassen door grote economische sectoren als veeteelt, industrie en luchtvaart kan de overheid bevorderen door heffingen op die uitstoot van methaan en CO2. Hiermee laat zij zien dat ook de private partijen hun bijdrage moeten leveren. Met name het laatste punt is voor bewoners, die toch al twijfels hebben over de wenselijkheid van het oprichten van windmolens in hun directe leefomgeving een extra pijnpunt omdat juist die genoemde sectoren worden ontzien.
Dit wringt. Neem de luchtvaart. Deze grootste uitstoter van broeikasgassen wordt geen milligram CO2 uitstoot beperking in de weg gelegd. Dit is geen gemeentelijk beleid, maar de burger maakt dergelijke onderscheiden niet.
Nog een punt. De tiphoogte van molens is in het gebied van het zuid-oostelijk deel van Amsterdam beperkt tot 145 meter. Dit vanwege de luchtvaart. Hoge molens leveren meer energie en hebben minder impact voor de bewoners (slagschaduw, geluid). Dit even afgezien van de gebrekkige businesscase van kleine molens vanwege de lage opbrengst. Afwezigheid van adequaat rijksbeleid ondermijnt de geloofwaardigheid van het gemeentelijk beleid.
De Locaties.
Wat in de voorstellen van het college opvalt is dat naast het havengebied het gebied in Amsterdam Zuidoost beschouwd wordt als een voorkeursgebied voor het opstellen van nieuw windvermogen. Wij willen er bij voorbaat op wijzen dat dit gebied al geteisterd wordt door overlast van het vliegverkeer. Met name het vliegverkeer dat gebruik maakt van de Buitenveldertbaan. Verder wijzen wij erop dat de gebieden zich kenmerken door ambities met betrekking tot de ontwikkeling van natuurwaarden en het versterken van biodiversiteit. Titels als "Bijzonder Provinciaal Landschap", "Natuur Netwerk Nederland" en "Hoofdgroenstructuur" komen in het voorliggende stuk herhaaldelijk naar voren als het gaat om de beoordeling van de voorgestelde locaties. Het bouwen van windmolens staat hier haaks op. Het is goed als het college aangeeft wat de werkelijke ambities voor de voorgestelde gebieden zijn: de ontwikkeling en versterking van natuurwaarden of een windindustrie landschap. Daarnaast hebben de gebieden juist ook door de natuurwaarden een belangrijke recreatieve waarde voor de bewoners van het gebied. Belangrijk is om daarbij op te merken dat de bevolking van het gebied niet valt te kenmerken als sociaal/economisch sterk, waardoor deze recreatieve waarde nog hoger ingeschat moet worden.
De Diemerscheg
De onwenselijkheid van deze locatie wordt in de stukken al goed beschreven. Het gaat hier om een gebied waarvan in het bijzonder geldt dat de natuurambities haaks staan op de ambitie om hier windmolens te plaatsen. Terecht worden de volkstuinen in beeld gebracht. Het belang van volkstuinen voor mensen om de rust van de natuur te kunnen ervaren kan niet worden overschat. Het zijn bovendien kraamkamers en hotspots van biodiversiteit.
Weesperkarspel
Ook hier gaat het om een gebied met een beleidsmatige hoge natuurambitie: de hoofdgroenstructuur. In de nota wordt gesproken over mitigerende maatregelen, die getroffen kunnen worden. Welke mitigerende maatregelen dat ook zullen zijn, de natuurwaarde van het gebied zal er altijd op achteruitgaan.
De Gaasperplas
Terecht staat in de voorstellen, dat dit gebied van onschatbare waarde is voor de bevolking, die juist aangewezen is op dit gebied om te kunnen recreëren. Deze waarde wordt duidelijk ondermijnt door de aanleg van windmolens aan deze recreatieplas. Verder maakt het Gaasperpark onderdeel uit van het Natuur Netwerk Nederland. Niet alleen de sociale waarde van het gebied wordt ondermijnt, ook de natuurambities verdwijnen achter de horizon. Tot slot loopt op dit moment een traject voor het kwalitatief opwaarderen van het gebied in het kader van de Vernieuwing van de Gaasperplas. Bewoners zijn bij dit traject nadrukkelijk uitgenodigd om mee te denken. Onze verwachting is niet, dat het vertrouwen in dit traject versterkt wordt door tijdens het proces het speelveld te wijzigen met voornemens voor het opstellen van windvermogen.
Knooppunt Holendrecht
In dit gebied is reeds een windmolen opgesteld. Een verdere uitbreiding van het aantal windmolens zal ook hier ten koste gaan van de recreatieve waarde die het gebied heeft voor de bewoners. Ook hier hebben wij te maken met een gebied dat onderdeel uitmaakt van het Natuur Netwerk Nederland. Met de voornemens van het college zal dit gebied meer het karakter krijgen van een industriegebied.
Samenvattend
De Vrienden van het Diemerbos
· delen de klimaatzorgen van de gemeente Amsterdam
· zijn van mening dat het opstellen van nieuw windvermogen niet behoort tot de eerste categorie maatregelen voor beleid om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Maatregelen om het gebruik van energie terug te dringen zijn dat wel.
· zijn daarom van mening dat het accent van het klimaatbeleid behoort te liggen bij het tegengaan en ontmoedigen van uitstoot van klimaatverstorende gassen en betreuren het dat deze beleidsvisie met name door de rijksoverheid onvoldoende wordt gedeeld en gestalte krijgt.
· achten het opstellen van windvermogen in de voorgestelde gebieden in het zuidoostelijk gedeelte van Amsterdam in strijd met de ambities die Amsterdam heeft voor de ontwikkeling van natuurwaarden in het gebied en in strijd met de recreatieve waarden die de gebieden hebben voor de specifieke bevolking in het gebied, die voor recreatie daarvan afhankelijk is.
Lourens Burgers, vz a.i.
mob. 0625007902
Reacties